In ons geheugen liggen beelden opgeslagen welke wij vanuit onze herinnering kunnen oproepen. Wij kunnen ook beelden zelf verzinnen. Dit is belangrijk om nieuwe dingen te creëren. Uitvinders, wetenschappers, kunstenaars, ontwerpers en ondernemers laten hun fantasie vaak de vrije loop om ideeën te ontwikkelen en verder te komen. E=mb² is hier een voorbeeld van.
De relativiteitstheorie E=mc² van de beroemde beelddenker Albert Einstein is ook op deze manier ontstaan. Hij stelde zich als kind voor dat hij op de rug van een lichtstraal zat om met de snelheid van het licht mee te reizen en beeldde zich in welke reis hij ging ondernemen. Zijn relativiteitstheorie ontstond niet in een laboratorium of door zijn vermogen kennis op te nemen maar door zijn oneindige nieuwsgierigheid, gedachte-experimenten en verbeeldingskracht.
Beelddenkers verwerken informatie die zij binnenkrijgen op een andere manier dan niet-beelddenkers. Zij denken niet in woorden maar in beelden waardoor bijvoorbeeld op school het lesmateriaal niet goed begrepen of onthouden wordt. De signalen zijn vaak lastig te herkennen. Een paar algemene kenmerken van beelddenkers:
*zijn snel en creatief in het vinden van oplossingen
*zijn vaak afgeleid, ongeconcentreerd maar ook gevoelig, artistiek, inventief en origineel
*zijn goed in organiseren en leiding nemen bij spelletjes
*hebben moeite om teveel instructies tegelijk op te volgen
*maken een trage, soms afwezige indruk, vaak onzeker, eigenwijs, boos of verdrietig
*maken liever gebaren, doen voor of tekenen dan woorden te gebruiken
Ons onderwijssysteem is voornamelijk verbaal en auditief (via het gehoor) ingesteld. Het kost de beelddenker, die visueel is ingesteld, moeite om zich te concentreren en de leerstof die meestal in woorden aangeboden wordt te begrijpen en onthouden. De leerachterstand die hierdoor kan ontstaan op het gebied van taal, rekenen en tekstbegrip wordt dus niet veroorzaakt door de lesstof maar door de wijze waarop de stof wordt aangeboden.
Met de methode “ik leer anders” kan E=mb² leerlingen uit zowel basis- als middelbaar onderwijs, leren hoe de lesstof naar de voor hen juiste manier van denken in beelden vertaald kan worden. Hiermee krijgt de beelddenker grip op het opslaan, verwerken en onthouden van de aangeboden lesstof waardoor het zelfvertrouwen toeneemt. Dit voorkomt een eindeloos traject zonder resultaat.
